exposeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·po·seert

Werkwoord

vervoeging van
exposeren

exposeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exposeren
    • Jij exposeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exposeren
    • Hij exposeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van exposeren
    • Exposeert!