exploiteerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·ploi·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
exploiteren

exploiteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van exploiteren
    • Ik exploiteerde. 
    • Jij exploiteerde. 
    • Hij, zij, het exploiteerde.