examineerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • exa·mi·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
examineren

examineerde

  1. enkelvoud verleden tijd van examineren
    • Ik examineerde. 
    • Jij examineerde. 
    • Hij, zij, het examineerde.