evacúen

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
evacuar

evacúen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van evacuar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van evacuar