escortboys

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • es·cort·boys
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de escortboysmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord escortboy
     Vijf grote steden, waaronder Eindhoven, en een nog nader te bepalen stad in het noordoosten van het land: ze moeten allemaal een inloophuis krijgen voor jongensprostitués. Daarvoor pleit het Expertisecentrum Mensenhandel en (jeugd)prostitutie in Eindhoven, dat vorige maand een onderzoek presenteerde over de heftige leefwereld van escortboys in Zuidoost-Brabant.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 april 2021 Weblink bron
    Chiel Timmermans
    “Onderzoekers: Zes inloophuizen voor escortboys na schokkend rapport Eindhoven” (15 juni 2018) op ad.nl op Wikipedia