enquêteerde
Uiterlijk
- Geluid: enquêteerde (hulp, bestand)
- en·quê·teer·de
vervoeging van |
---|
enquêteren |
enquêteerde
- enkelvoud verleden tijd van enquêteren
- Ik enquêteerde.
- Jij enquêteerde.
- Hij, zij, het enquêteerde.
- Ik enquêteerde.
- Het woord enquêteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.