enajenásemos

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
enajenar

enajenásemos

  1. aanvoegende wijs eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enajenar
vervoeging van
enajenarse

enajenásemos

  1. aanvoegende wijs eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enajenarse