emotioneerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- emo·ti·o·neer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
emotioneren |
emotioneerden
- meervoud verleden tijd van emotioneren
- Wij emotioneerden.
- Jullie emotioneerden.
- Zij emotioneerden.
- Wij emotioneerden.
Gangbaarheid
- Het woord emotioneerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.