emotioneren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  emotioneren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• emo·ti·o·ne·ren

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Franse émotionner (met het achtervoegsel -eren)

Werkwoord

emotioneren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
emotioneren	emotioneerde	geëmotioneerd
zwak -d	volledig

1. sterk op het gemoed werken

   • Er is iets aan de hand met Alceste. De opera van Gluck over een vrouw die haar liefde toont in de dood, geeft zijn geheimen niet prijs. Hoeft ook niet, volgens regisseur Johan Simons. Triomf van een emotionerende avond. 
   • Unox weet op een geweldige manier het oer-Hollandse gevoel van schaatsen en stamppot te emotioneren. Natuurlijk, de PVV doet dit heel anders - deze partij bedient zich graag van angst en uitsluiting - maar in de kern bedienen zowel PVV als Unox zich van de emotie van vaderlandsliefde. Een emotie die veel Nederlanders raakt. 
   • Misschien moet je het wel vergelijken met een bezoek aan een voormalig naziconcentratiekamp of een tour door de favelas van Rio de Janeiro. Plaatsen die mensen raken. Emotioneren. Met hun smartphone filmen ze alles. ‘Ik ben erbij geweest en heb alles met mijn eigen ogen gezien’, is hun boodschap aan anderen.” 

Synoniemen

• ontroeren, aangrijpen, vertederen, treffen, beroeren

Verwante begrippen

• emotie, emotioneel, emotionaliteit

Vertalingen

    1.   

Frans: émotionner (fr)

Spaans: emocionar (es)

Gangbaarheid

• Het woord emotioneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.