egotript
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ego·tript
Werkwoord
vervoeging van |
---|
egotrippen |
egotript
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van egotrippen
- Jij egotript.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van egotrippen
- Hij egotript.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van egotrippen
- Egotript!