effectueert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: effectueert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ef·fec·tu·eert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
effectueren |
effectueert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van effectueren
- Jij effectueert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van effectueren
- Hij effectueert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van effectueren
- Effectueert!