Naar inhoud springen

ebden

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 4 jun 2017 om 20:10 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *eb·den {{-verb-|0}} {{ovt-mv|ebben}}')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • eb·den
vervoeging van
ebben

ebden

  1. meervoud verleden tijd van ebben
    • Wij ebden. 
    • Jullie ebden. 
    • Zij ebden.