dynamiseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dy·na·mi·seert

Werkwoord

vervoeging van
dynamiseren

dynamiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dynamiseren
    • Jij dynamiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dynamiseren
    • Hij dynamiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dynamiseren
    • Dynamiseert! 

Gangbaarheid