dwongen
Uiterlijk
- dwon·gen
vervoeging van |
---|
dwingen |
dwongen
- meervoud verleden tijd van dwingen
- Wij dwongen.
- Jullie dwongen.
- Zij dwongen.
- Wij dwongen.
- Het woord dwongen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
dwingen |
dwongen