Naar inhoud springen

dubsmasht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dub·smasht

Werkwoord

vervoeging van
dubsmashen

dubsmasht

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubsmashen
    • Jij dubsmasht. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubsmashen
    • Hij dubsmasht. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dubsmashen
    • Dubsmasht!