dresseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dres·seert

Werkwoord

vervoeging van
dresseren

dresseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dresseren
    • Jij dresseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dresseren
    • Hij dresseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dresseren
    • Dresseert!