drecheren
Uiterlijk
- dre·che·ren
- uit het Frans
drecheren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
drecheren |
drecheerde |
gedrecheerd |
zwak -d | volledig |
- iets recht maken; repareren; iets weer goed maken
- Het woord drecheren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.