Naar inhoud springen

doorstudeerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·stu·deer·de

Werkwoord

vervoeging van
doorstuderen

doorstudeerde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorstuderen
    • ... dat ik doorstudeerde. 
    • ... dat jij doorstudeerde. 
    • ... dat hij, zij, het doorstudeerde. 

Gangbaarheid