doorstreep

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·streep

Werkwoord

vervoeging van
doorstrepen

doorstreep

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorstrepen
    • ... dat ik doorstreep. 
vervoeging van
doorstrepen

doorstreep

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorstrepen
    • Ik doorstreep. 
  2. gebiedende wijs van doorstrepen
    • Doorstreep! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorstrepen
    • Doorstreep je? 

Gangbaarheid