doorleent
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·leent
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorlenen |
doorleent
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlenen
- ... dat jij doorleent.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlenen
- ... dat hij doorleent.
Gangbaarheid
- Het woord doorleent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.