dooreet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·eet

Werkwoord

vervoeging van
dooreten

dooreet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreten
    • ... dat ik dooreet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreten
    • ... dat jij dooreet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreten
    • ... dat hij dooreet. 

Gangbaarheid