doorboorden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·boor·den

Werkwoord

vervoeging van
doorboren

doorboorden

  1. meervoud verleden tijd van doorboren
    • Wij doorboorden. 
    • Jullie doorboorden. 
    • Zij doorboorden. 
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
doorboren

doorboorden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorboren
    • ...dat wij doorboorden. 
    • ...dat jullie doorboorden. 
    • ...dat zij doorboorden.