doorbladerden
Uiterlijk
- door·bla·der·den
vervoeging van |
---|
doorbladeren |
doorbladerden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorbladeren
- ...dat wij doorbladerden.
- ...dat jullie doorbladerden.
- ...dat zij doorbladerden.
- ...dat wij doorbladerden.
vervoeging van |
---|
doorbladeren |
doorbladerden
- meervoud verleden tijd van doorbladeren
- Wij doorbladerden.
- Jullie doorbladerden.
- Zij doorbladerden.
- Wij doorbladerden.
- Het woord doorbladerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.