doodbloedde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dood·bloed·de

Werkwoord

vervoeging van
doodbloeden

doodbloedde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doodbloeden
    • ... dat ik doodbloedde. 
    • ... dat jij doodbloedde. 
    • ... dat hij, zij, het doodbloedde.