doneerde
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- do·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doneren |
doneerde
- enkelvoud verleden tijd van doneren
- Ik doneerde.
- Jij doneerde.
- Hij, zij, het doneerde.
- Ik doneerde.