Naar inhoud springen

domesticeerden

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 16 jan 2018 om 16:09 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *do·mes·ti·ceer·den {{-verb-|0}} {{ovt-...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • do·mes·ti·ceer·den
vervoeging van
domesticeren

domesticeerden

  1. meervoud verleden tijd van domesticeren
    • Wij domesticeerden. 
    • Jullie domesticeerden. 
    • Zij domesticeerden.