Naar inhoud springen

doelpuntte

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 12 mei 2017 om 15:13 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *doel·punt·te {{-verb-|0}} {{ovt-enk|doel...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • doel·punt·te

Werkwoord

vervoeging van
doelpunten

doelpuntte

  1. enkelvoud verleden tijd van doelpunten
    • Ik doelpuntte. 
    • Jij doelpuntte. 
    • Hij, zij, het doelpuntte.