documenteerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • do·cu·men·teer·den

Werkwoord

vervoeging van
documenteren

documenteerden

  1. meervoud verleden tijd van documenteren
    • Wij documenteerden. 
    • Jullie documenteerden. 
    • Zij documenteerden.