disfunctioneert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dis·func·ti·o·neert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
disfunctioneren |
disfunctioneert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van disfunctioneren
- Jij disfunctioneert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van disfunctioneren
- Hij disfunctioneert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van disfunctioneren
- Disfunctioneert!