discrediteert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dis·cre·di·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
discrediteren |
discrediteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van discrediteren
- Jij discrediteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van discrediteren
- Hij discrediteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van discrediteren
- Discrediteert!
Gangbaarheid
- Het woord discrediteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.