diplomeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: diplomeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- di·plo·meer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
diplomeren |
diplomeerde
- enkelvoud verleden tijd van diplomeren
- Ik diplomeerde.
- Jij diplomeerde.
- Hij, zij, het diplomeerde.
- Ik diplomeerde.