dineert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·neert

Werkwoord

vervoeging van
dineren

dineert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dineren
    • Jij dineert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dineren
    • Hij dineert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dineren
    • Dineert!