digereerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: digereerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- di·ge·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
digereren |
digereerde
- enkelvoud verleden tijd van digereren
- Ik digereerde.
- Jij digereerde.
- Hij, zij, het digereerde.
- Ik digereerde.