deugkneuzen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deug·kneu·zen
Woordherkomst en -opbouw
  • deugkneus met uitgang -en, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt

Zelfstandig naamwoord

de deugkneuzenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord deugkneus
     Het is niet lastig inleefbaar, de teringhekel die mensen hebben aan zogenoemde ‘linkse deugkneuzen’.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 19 mei 2023 Weblink bron Gearchiveerde versie
    Theo Boon
    “Jo-hán had al veel eerder geloosd moeten worden” (7 mei 2022) op frontaalnaakt.nl op Wikipedia