deugkneuzen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: deugkneuzen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdøxknøzə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- deug·kneu·zen
Woordherkomst en -opbouw
- deugkneus met uitgang -en, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt
Zelfstandig naamwoord
de deugkneuzen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord deugkneus
- ▸ Het is niet lastig inleefbaar, de teringhekel die mensen hebben aan zogenoemde ‘linkse deugkneuzen’.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'deugkneuzen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Theo Boon“Jo-hán had al veel eerder geloosd moeten worden” (7 mei 2022) op frontaalnaakt.nl