determineer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: determineer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·ter·mi·neer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
determineren |
determineer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van determineren
- Ik determineer.
- gebiedende wijs van determineren
- Determineer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van determineren
- Determineer je?