desillusioneer
Uiterlijk
- des·il·lu·si·o·neer
vervoeging van |
---|
desillusioneren |
desillusioneer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van desillusioneren
- Ik desillusioneer.
- gebiedende wijs van desillusioneren
- Desillusioneer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van desillusioneren
- Desillusioneer je?
- Het woord desillusioneer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.