dergelijks

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • der·ge·lijks

Aanwijzend voornaamwoord

dergelijks

  1. partitiefvorm van dergelijk: van dit soort; van dat soort
    • Iets dergelijks wordt altijd wel op prijs gesteld. 
     Naarstig ging ik op zoek naar secondelijm of iets dergelijks.[1]
     Het had bijna te moeilijk geleken in het begin, toen Clark er pessimistisch op was ingesteld dat hij naar de ambachtsschool zou gaan om blikslager, automonteur of iets dergelijks te worden.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044632767