deprivatiseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·pri·va·ti·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deprivatiseren |
deprivatiseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deprivatiseren
- Jij deprivatiseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deprivatiseren
- Hij deprivatiseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van deprivatiseren
- Deprivatiseert!
Gangbaarheid
- Het woord deprivatiseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.