demilitariseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·mi·li·ta·ri·seert

Werkwoord

vervoeging van
demilitariseren

demilitariseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demilitariseren
    • Jij demilitariseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demilitariseren
    • Hij demilitariseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van demilitariseren
    • Demilitariseert!