demilitariseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·mi·li·ta·ri·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
demilitariseren |
demilitariseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demilitariseren
- Jij demilitariseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demilitariseren
- Hij demilitariseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van demilitariseren
- Demilitariseert!