dementeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dementeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·men·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dementeren |
dementeerde
- enkelvoud verleden tijd van dementeren
- Ik dementeerde.
- Jij dementeerde.
- Hij, zij, het dementeerde.
- Ik dementeerde.