dementeerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·men·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
dementeren

dementeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van dementeren
    • Ik dementeerde. 
    • Jij dementeerde. 
    • Hij, zij, het dementeerde.