dekoloniseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·ko·lo·ni·seert

Werkwoord

vervoeging van
dekoloniseren

dekoloniseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dekoloniseren
    • Jij dekoloniseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dekoloniseren
    • Hij dekoloniseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dekoloniseren
    • Dekoloniseert!