degusteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: degusteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·gus·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
degusteren |
degusteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van degusteren
- Jij degusteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van degusteren
- Hij degusteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van degusteren
- Degusteert!
Gangbaarheid
- Het woord degusteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.