degenereert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: degenereert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·ge·ne·reert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
degenereren |
degenereert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van degenereren
- Jij degenereert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van degenereren
- Hij degenereert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van degenereren
- Degenereert!