decumuls

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·cu·muls
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de decumulsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord decumul
    • Met alleen maar geroep over decumuls (politici die niet tegelijk schepen en parlementslid kunnen zijn bijvoorbeeld) zal het niet lukken. Daar liggen mensen niet van wakker. Wel van zelfverrijking, ondoorzichtige structuren, vriendjespolitiek en slecht beleid. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen