daken
Uiterlijk
- da·ken
de daken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord dak
- ▸ Een zwart-wit beeld uit de jaren vijftig van de vorige eeuw: regen op het Lodewijk Napoleonplein in Assen, een man met een paraplu laat zijn honden uit, huizen van baksteen onder steile driehoekige daken. Er is maar een verbinding met het beeld van de schamele behuizingen in Tutwiler, Mississippi: de blues.[1]
- ▸ Het was in 1927 gebouwd en stond niet alleen op het hoogste punt van Battenoord tegen de zeedijk, maar de woonverdieping lag ook hoger dan bij de andere huizen en het dak torende boven de andere daken van het buurtschapje uit.[2]
- Het woord daken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "daken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑
Weblink bron “Window of my eyes: Harry Muskee en de verloren tijd” (zaterdag 16 januari 2016, 13:44), NOS
- ↑ Teuntje de Haan“Een muur van water” (2018), Em. Querido's Uitgeverij
, ISBN 9789021409375
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %