daagde in
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- daag·de in
Werkwoord
vervoeging van |
---|
indagen |
daagde in
- enkelvoud verleden tijd van indagen
- Ik daagde in.
- Jij daagde in.
- Hij, zij, het daagde in.
- Ik daagde in.
vervoeging van |
---|
indagen |
daagde in