Naar inhoud springen
déchire
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van déchirer
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van déchirer
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van déchirer
-