cytologischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cy·to·lo·gi·schers
Bijvoeglijk naamwoord
cytologischers
- partitief van de vergrotende trap van cytologisch
Gangbaarheid
- Het woord 'cytologischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.