criminologischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cri·mi·no·lo·gi·schers
Bijvoeglijk naamwoord
criminologischers
- partitief van de vergrotende trap van criminologisch
Gangbaarheid
- Het woord 'criminologischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.