craqueleren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: craqueleren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cra·que·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans
Werkwoord
craqueleren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
craqueleren |
craqueleerde |
gecraqueleerd |
zwak -d | volledig |
- ontstaan van barsten in een olieverfschilderij
- ▸ Maar het te dun geverniste oppervlak begon licht te craqueleren bij de cognac, de koffie en de dessertwijn.[1]
Gangbaarheid
- Het woord craqueleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044640496